joodse jongens`Joodje spelen´

Zo nu en dan komen we deze woordcombinatie tegen, maar wat moet je daar nu mee? Het woord ‘Joodje’ betekent taalkundig niets anders dan ‘kleine Jood’, of ‘kind van Joodse ouders’, maar gevoelsmatig komt het kleinerend over en vaak wordt het ook zo bedoeld. Spelen kan wijzen op muziek maken, op ontspanning, op toneelspel, sport, of nadoen, imiteren. Opvoedkundig is het een vorm van leren: leren door spelen en in die betekenis bestaat dit spelen natuurlijk uit imiteren.

Jammer dat mensen soms zo snel een ander neerbuigend behandelen over een visie of levenswijze, meestal zonder te vragen wat de beweegredenen zijn.

In mijn ogen toont dit weinig wijsheid en respect. Het is de gemakkelijke weg die past bij deze wegwerpmaatschappij. De Bijbel leert ons bedachtzaam in ons oordeel te zijn.
Men zou mij kunnen betichten van “Joodje spelen” om deze vervelende uitdrukking toch maar even te gebruiken. Op Sjabbatmorgen - ja ik gebruik hier het woord Sjabbat in plaats van zaterdag – ga ik met kipa op naar onze Messiaanse gemeente waar ik voorganger van ben. Wij eten geen varken, paard, hond, slang, rat, haai, kreeft, garnaal, meelwormen e.d. Wij proberen de Feesten van de God van Israël te vieren. Wij onderwijzen de bijzondere plaats die Israël inneemt in de wereld. Wij hebben Torah lief en proberen er uit te leren en te leven. Dus, u kunt me afwijzend beoordelen met: “Die man speelt Joodje”.

Laat ik beginnen met het stellen van enkele verhelderingsvragen:
Een meisje dat speelt met haar pop, speelt moedertje, wat is de functie daar van? De functie is dat ze zich identificeert met haar moeder en leert hoe een moeder met een kind omgaat.
Jaren geleden kwam ik in een oude smidse en de werkbank was vol geslagen met spijkers. Wat was het geval? De Smid liet zijn zoon al deze spijkers er in slaan om hem te leren om te gaan met de hamer; hèt gereedschap van de smid. Dit kinderspel was een leerspel. Het kind speelde als het ware smid om te leren hoe hij later zelf smid zouden moeten zijn.
Ik herinner me nog hoe één van mijn dochters met een doekje achter mijn vrouw aanging en ook stof afnam. Spelen is immers leren en daarom zeer belangrijk!

Ik wil graag verder gaan met enkele andere verdiepingsvragen:
Hoe zit dat nu met een kind van Joodse ouders?
Op de site van het NIK schrijft rabbijn Evers: ´De vroeg begonnen praktijk van het Jodendom legt de basis voor de Joodse identiteit.’ En dat geldt natuurlijk voor iedere identiteit die je aan moet leren. Een Fries kind ontwikkelt een Friese identiteit door imitatie, door na te spelen, na te spreken, door na te doen. Voor een Joods kind geldt precies hetzelfde. De Bijbel leert ons dan ook niet voor niets in het Sj’ma:

“4 Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één! 5 Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. 6 Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, 7 gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. 8 Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn, 9 en gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan uw poorten.” (Deut.6:4-8).

Maar wat nu wanneer een Jood zich dit niet heeft eigen gemaakt in zijn of haar jeugd? Dan zal dit proces op latere leeftijd plaats moeten vinden, door onderwijs, door imitatie, door Joodje te spelen, want zo begint het immers altijd.
En wat nu wanneer iemand vanuit de volkeren, de gojim, de God van Abraham, Izaäk en Jacob lief krijgt? Het Jodendom kent daar mogelijkheden voor met eisen die variëren, omdat die eisen menselijke uitleggingen zijn van het Woord van God en niet iedere rabbijn hier gelijk over denkt.  De Eeuwige is hier in zijn Woord wel heel duidelijk over. Mensen uit de volkeren kunnen toetreden tot het Joodse volk, voor hen geldt precies hetzelfde onderwijs (Torah) als voor hun Joodse broeders en zusters. Hieronder vindt u een opsomming van Bijbelgedeelten over deze geriem.

Exod. 12:49 -  Eénzelfde wet zal gelden voor de geboren Israëliet en voor de vreemdeling (ger), die in uw midden vertoeft.


Exod.22:21 - Een vreemdeling (ger) zult gij niet onderdrukken, noch hem benauwen, want gij zijt vreemdelingen geweest in het land Egypte.


Lev. 17:15 - En ieder, hetzij geboren Israëliet of vreemdeling (ger), die een gestorven of verscheurd dier eet, zal zijn klederen wassen, zich in water baden en onrein zijn tot de avond; dan zal hij rein zijn.

Lev.18:26 - Gij echter zult mijn inzettingen en mijn verordeningen in acht nemen en geen van deze gruwelen doen, noch de geboren Israëliet, noch de vreemdeling (ger) die in uw midden vertoeft

Lev.19:33 - En wanneer een vreemdeling (ger) bij u in uw land vertoeft, zult gij hem niet onderdrukken.

Lev.19:34 -  Als een onder u geboren Israëliet zal u de vreemdeling (ger) gelden, die bij u vertoeft; gij zult hem liefhebben als uzelf, want gij zijt vreemdeling geweest in het land Egypte: Ik ben de Here, uw God. 35

Lev. 24:22 - Enerlei recht zult gij hebben; de vreemdeling (ger) zij gelijk de geboren Israëliet, want Ik ben de Here, uw God.

Num. 15:16 - Eénzelfde wet en éénzelfde voorschrift zal gelden zowel voor u als voor de vreemdeling (ger) die bij u vertoeft.

Num.15:29 - Eénzelfde wet zal voor u gelden, voor de onder de Israëlieten geborene en voor de vreemdeling (ger) die in uw midden vertoeft, ten aanzien van hem, die iets doet door een onopzettelijke zonde.

Num.19:10 - En hij die de as van de koe verzameld heeft, zal zijn klederen wassen, maar tot de avond onrein zijn. Dit zal gelden als een altoosdurende inzetting voor de Israëlieten en voor de vreemdeling (ger) die onder u vertoeft.

Num. 35:15 - Die zes steden zullen voor de Israëlieten en voor de vreemdeling (ger) en voor de bijwoner onder u tot een wijkplaats zijn, opdat daarheen ieder vluchte, die onopzettelijk iemand gedood heeft.

Deut.1:16 -  En ik gebood toentertijd aan uw rechters: hoort (de geschillen) tussen uw broeders en oordeelt rechtvaardig tussen de een en de ander, of dit diens broeder is dan wel de vreemdeling (ger) die bij hem woont.  

Deut.24:17 -  Gij zult het recht van vreemdeling (ger) en wees niet buigen; ook zult gij het kleed der weduwe niet tot pand nemen.

Deut.31:12 – Roep het volk tezamen, mannen, vrouwen en kinderen, ook de vreemdeling (ger), die in uw steden woont, opdat zij ernaar horen en de Here, uw God, leren vrezen en al de woorden dezer wet naarstig onderhouden,

In de Joodse brief aan de Galaten 3:7 lezen we: “Gij bemerkt dus, dat zij, die uit het geloof zijn, kinderen van Abraham zijn.” Is dit vervangingstheologie? Nee absoluut niet, wanneer je het een naam zou moeten geven, dan zou je het ‘entingstheologie” kunnen noemen. Is dit een nieuw idee uit de Bijbel van de Christenen? Nee, dit is wat Tenach zelf leert. Nog voor je kunt spreken van een volk van God, van Israël, van Joden, was daar Abraham die puur op basis van geloof, van vertrouwen, de Schepper van hemel en aarde diende. Israël is Gods eersteling, Gods oudste zoon met de bedoeling dat zij de volkeren tot jaloersheid zullen wekken, dat ze een zegen voor de volkeren zullen zijn. Velen uit de volkeren traden al toe. Ruth de Moabitische, Rachab de vrouw uit Jericho. We lezen dat er een menigte van allerlei slag meetrok uit Egypte met het volk Israël (Ex.12:38 en Num.11:4). We lezen in het boek Esther dat vele niet Joden tot het Jodendom toetraden En dan ook niet te vergeten al die proselieten die in de loop van de geschiedenis toetraden. We kunnen zelfs nu meestal niet meer achterhalen welke Joden van vandaag een proselieten achtergrond hebben. (Est.7:17). We lezen dat voor de geriem, zij die de God van Israël liefhebben dezelfde Torah geldt als voor de Joden.

En nu Gerard Wijtsma?
ik heb de God van Israël lief, ik geloof dat ik door geloof/vertrouwen een kind van Abraham ben. Ik vervang geen enkele Jood, ik wil alleen maar naast hen gaan staan en hun God dienen en ik vertrouw met vele Joden op de Messias van Israël, die 2000 jaar geleden al waarschuwde voor de misvatting dat Torah afgedaan zou hebben. Hij zei in de Bergrede: 

“17 Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. 18 Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. 19 Wie dan één van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen. 20 Want Ik zeg u: Indien uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die der schriftgeleerden en Farizeeën, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan.” (Matth.5)

Torah is de basis van mijn geloof. De profeten en de geschriften gaan uit van dezelfde Torah en ook de Joodse Briet Chadasja, (meestal aangeduid met de misleidende term Nieuwe Testament) gaat uit van diezelfde Torah. Voortdurend wordt hier verwezen naar de Schrift en dat is niet het Nieuwe Testament, maar Tenach. Natuurlijk vinden vele Joden en Christenen dit verwarrend. Ze houden veiligheidshalve liever het schisma in stand dat in de loop van de geschiedenis is ontstaan. Vervangingstheologie, Tweewegenleer, Bedelingenleer en Noachitisch verbond zijn niet anders dan menselijke pogingen om deze scheiding in stand te houden. De Messias van Israël leert me dat het zal worden één kudde, één herder:

“11 Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen; 12 maar wie huurling is en geen herder, wie de schapen niet toebehoren, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht – en de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen – 13 want hij is een huurling en de schapen gaan hem niet ter harte. 14 Ik ben de goede herder en Ik ken de mijne en de mijne kennen Mij, 15 gelijk Mij de Vader kent en Ik de Vader ken, en Ik zet mijn leven in voor de schapen. 16 Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem horen en het zal worden één kudde, één herder.”(Joh.10)

En wanneer we naar de toekomst kijken ontdekken we wat Gods plan met zijn volk uiteindelijk is.

“2 En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis des Heren vaststaan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de heuvelen. En alle volkeren zullen derwaarts heenstromen 3 en vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem.”(Jes.2)

Laat mij maar Joodje spelen, ik identificeer me nu eenmaal met het volk van God, ik weet dat ik door geloof een kind van Abraham ben en heb de God van Israël lief. Daarvoor heb ik geen toestemming van mensen nodig.
Ik hoef ook alleen maar naar de betekenis van het woord Jood, of Jehoedi te kijken. Het is afgeleid van de naam Jehoeda, dat we misschien beter kennen als Juda. En Juda betekent de Prijzende of Godlover. Laat mij dus maar Godlover spelen.

Gerard Wijtsma

 

Reacties   

#3 Elise 20-02-2022 14:03
mooi verwoord
joodje spelen klinkt heel vernederend
wellicht zijn mensen jaloers op Joodse mensen
bemoei je dan liever niet met ons
+1 #2 Gerard Wijtsma 29-06-2017 16:28
Hallo Ton, we kennen elkaar volgens mij niet. Laten we niet op Gods rechterstoel gaan zitten.
Sjalom,
Gerard Wijtsma
-1 #1 Ton Kerssens 16-06-2017 21:41
Mooi en goed verwoord Gerard, zelf ben ik pastor van een huiskring, en ik bespeur dat veel kerkelijke christenen weinig of geen Bijbelkennis hebben, maar óók een bedekking hebben, zoals de Joden, omdat zij de wet afschaffen, en G'd de rug toekeren en de Eeuwige door de Thora niet te leren kennen, en Hem niet te gehoorzamen. Dat zullen zij wel bemerken op de Dag des Oordeels, met de woorden Ga weg van Mij, Ik heb u niet gekend.
Veel zegen en shalom Gerard.

Ton Kerssens

U hebt nog niet de juiste rechten om opmerkingen te plaatsen